De voorbije weken, maanden is de term burn-out niet uit de media weg te slaan. Tal van seminaries, artikels en interviews zijn de revue gepasseerd. De term googelen levert maar liefst 112.000.000 hits op. Maar wat met de financiële kant van de zaak? Zijn wij, zowel in hoofde van werkgever als van werknemer, voldoende verzekerd tegen deze vorm van arbeidsongeschiktheid?
Om deze vraag te beantwoorden moet in de eerste plaats de ziekte worden gedefinieerd. Daarover lijkt een consensus te bestaan en de termen burn-out en depressie worden duidelijk, verschillend omschreven door specialisten. Waar een depressie eerder een stemmingsstoornis is, gaat het bij een burn-out om een energiestoornis die werkgerelateerd is. Deze psychische werkgebonden aandoening is in België nog niet erkend als beroepsziekte, in tegenstelling tot bvb. Zweden en Denemarken, zodat er geen financiële compensaties mogelijk zijn. Dit neemt niet weg dat de wetgever alvast een reeks preventiemaatregelen oplegt aan de werkgever via het recente KB “Psychosociale risico’s op het werk”.
Als burn-out dan toch werkgebonden is, waarom is de arbeidsongeschiktheid of de maandenlange afwezigheid op het werk die hier meestal het gevolg van is, niet verzekerd via de werkgever?
De enige verzekering die een werkgever verplicht dient te onderschrijven ten voordele van zijn werknemers is de arbeidsongevallenverzekering. Gezien burn-out een ziekte is en geen ongeval, valt dit onder geen beding onder deze verzekering. Het is ook geen beroepsziekte, dus geniet het slachtoffer ook geen uitkering via het Fonds van Beroepsziekten. Rest nog enkel een uitweg via de vrijblijvende bijkomende verzekeringen die de werkgever kan nemen als extra-legaal voordeel voor zijn medewerkers: een collectieve invaliditeitsverzekering en/of hospitalisatieverzekering.
De collectieve invaliditeitsverzekering of groepspolis gewaarborgd inkomen is een aanvulling op de wettelijke uitkering in het kader van de ziekteverzekering. Waar de uitkering via de mutualiteit beperkt is tot ongeveer 60% van een geplafonneerd loon (of ongeveer 2 053 euro per maand voor 2015), vergoedt een dergelijke verzekering tot maximaal 80% van het volledige jaarloon bij ziekte. Voor iemand met een bruto maandloon van 4 000 euro betekent dit al gauw een aanvulling van 1.600 euro bovenop de mutualiteitsuitkering, wetende dat deze slechts 12 keer per jaar uitkeert en de privé-verzekeraar de uitkering kan berekenen op 13,92 keer het maandloon. Blijft de vraag of burn-out dan als ziekte is erkend door zowel de ziekteverzekering als de privé-verzekeraar.
Bij de diagnose burn-out zal de huisarts in de regel ziekteverlof voorschrijven en wordt dit aanvaard door het ziekenfonds. Het lezen van de algemene voorwaarden van de polissen arbeidsongeschiktheid leert ons echter dat daar grote diversiteit troef is. Er zijn weinig verzekeraars die de stelling van het ziekenfonds volgen indien deze afwijkt van hun eigen voorwaarden. Burn-out valt onder “psychische stoornis”, “psychische ziekte” of “psychische aandoening” en blijkt meestal een uitgesloten risico te zijn. Indien, onder een reeks van voorwaarden, een burn-out dan toch verzekerd blijkt, beperkt elke maatschappij de uitkeringen in de duurtijd. Meestal loopt dit over 2 jaar (al dan niet opeenvolgend) tijdens de duur van de aansluiting, één enkele verzekeraar geeft zelfs 3 jaar. Bovendien vermelden sommige polisvoorwaarden zelfs een wachttijd van 12 tot 18 maanden alvorens tot uitkering over te gaan.
Ook de collectieve hospitalisatieverzekering biedt niet veel uitkomst. Een tussenkomst is er pas als er een échte opname is in het ziekenhuis en/of je lijdt aan een verzekerde “zware ziekte”, waarbij burn-out noch enige andere psychische ziekte staan vermeld in de polisvoorwaarden. Een opname in een gespecialiseerd centrum voor “geestelijke gezondheidszorg” wordt gedekt door sommige verzekeraars, maar altijd beperkt in de tijd.
We kunnen dus stellen dat de private verzekeringen momenteel geen eenduidige oplossing bieden voor een uitkering in geval van arbeidsongeschiktheid en eventuele ziektekosten bij een burn-out. Het slachtoffer zal hoofdzakelijk terugvallen op de wettelijke ziekteverzekering en in uitzonderlijke gevallen via de privé-verzekeraar een aanvulling hierop krijgen. Belangrijk hiertoe is de eigen polisvoorwaarden na te lezen en in te schatten hoe groot het inkomensverlies is voor de getroffen medewerker.
We zien echter wel evolutie op de markt en enkele verzekeraars komen met “moduleerbare” producten met de keuze voor de dekking “psychologische ziekte”, uiteraard aan een meerprijs. Voor zowel de werkgever als werknemer, is het aangewezen de eigen polisvoorwaarden na te lezen en in te schatten hoe groot het inkomensverlies kan zijn.