De Wet op de Aanvullende Pensioenen, ook gekend onder zijn afgekorte vorm WAP of als Wet Vandenbroucke, is na een lange voorgeschiedenis uiteindelijk gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003 en treedt in voege vanaf 1 januari 2004. In het vorige nummer van Van Havermaet Actueel bespraken wij reeds de motivatie van de WAP, de invoering van sociale pensioenplannen, de opnamemogelijkheden voor pensioenplannen met hun belastingsregime en de beperking van de individuele pensioenbeloftes.
In dit nummer van Van Havermaet Actueel behandelen wij de andere belangrijke wijzigingen van de WAP. Zonder in detail te treden en alle uitzonderingen te behandelen, trachten wij een verstaanbare samenvatting te geven aan niet-specialisten van soms erg technische bepalingen.
Rendementsgarantie
De aanvullende pensioenplannen kunnen onderverdeeld worden naar “vaste bijdragen” of “te-bereiken-doelen”.
Bij een vaste bijdrage definieert het pensioenreglement de jaarlijkse premie als een percentage van het loon. In dergelijke plannen ligt de jaarlijkse premie dus vast en het uiteindelijke pensioenkapitaal is het resultaat van de opgerente premies, na afhouding van beheerskosten en eventuele risicopremies voor een overlijdens- of invaliditeitsdekking. Anders gezegd betekent dit dus dat voor de werkgever de kostprijs vastligt en dat het resultaat voor de werknemer afhankelijk is van de kosten, toegekende rendementen en eventuele risicopremies.
Bij een te-bereiken-doel definieert het pensioenreglement het aanvullend pensioenkapitaal als een percentage van het loon, rekening houdende met de gepresteerde loopbaan en de wettelijke pensioenen. Op die wijze ligt dus het uiteindelijke resultaat voor de werknemers vast en is de jaarlijkse premie afhankelijk van de kosten en de toegekende rendementen. Anders gezegd betekent dit dus dat het rendements- en kostenrisico ten laste is van de werkgever.
Om de werknemers in pensioenplannen met vaste bijdragen te beschermen, voert de WAP nu een minimale rendementsgarantie in die gelijk is aan:
- 3,25% van de patronale bijdragen, na afhouding van maximaal 5% kosten en de risicopremies voor overlijden en invaliditeit;
- 3,75% van de persoonlijke bijdragen, na afhouding van maximaal 0% kosten en de risicopremies voor overlijden en invaliditeit.
Bovendien is deze minimale intrestgarantie een werkgeversverplichting die los staat van de toegepaste tarieven door een verzekeraar. Concreet betekent dit dat, indien een verzekeraar hogere kosten en/of lagere intrestgaranties toepast, de toegekende winstdeelname het verschil met de minimale rendementsgaranties dient te compenseren. Zo niet moet de werkgever het verschil bijpassen. Om onaangename verrassingen te vermijden, raden wij bijgevolg aan de toegepaste tariefstructuur te controleren.
Om deze strenge rendementsgarantie voor lange termijnbeleggingen enigszins af te zwakken, worden de intrestgaranties van 3.25% of 3.75%, voor personeelsleden die uw bedrijf verlaten in de eerste vijf jaar van de aansluiting aan het pensioenplan, vervangen door de inflatievoet over de aansluitingsperiode.
Voor werknemers in pensioenplannen met een te-bereiken-doel geldt een andere rendementsgarantie. Op basis van hun reeds gepresteerde loopbaan hebben deze werknemers op elk ogenblik reeds recht op een gedeelte van het beloofde pensioenkapitaal. De verworven reserve die hiermee overeenstemt is minimaal gelijk aan de actualisatie van het verworven pensioenkapitaal met een intrestvoet van 6%.
In de huidige wetgeving volstond het dit bedrag voor elk personeelslid minimaal te reserveren en bij vertrek van een personeelslid stopten de verdere verplichtingen van de werkgever. In de WAP blijft elke werknemer recht hebben op het beloofde pensioenkapitaal indien hij zijn verworven pensioenreserve niet overdraagt. Concreet betekent dit dat het toegekende rendement door de verzekeraar op de verworven pensioenreserve minimaal gelijk moet zijn aan de gebruikte intrestvoet voor de actualisatie. Zo niet moet de werkgever het verschil bijpassen, zelfs voor personeelsleden die reeds uit dienst getreden zijn. Ook hier raden wij u aan de financieringswijze en bepaling van verworven rechten na te gaan om verrassingen te vermijden.
Planwijzigingen
Mits het respecteren van de informatie- en inspraakverplichtingen kan een pensioenplan op elk ogenblik gewijzigd worden.
Een planwijziging mag echter nooit tot gevolg hebben dat de verworven rechten tot het ogenblik van de wijziging verminderd worden.
Voor pensioenreglementen met een te-bereiken-doel voegt de WAP echter een belangrijke bepaling toe. In de huidige wetgeving werden de verworven rechten bepaald op basis van enerzijds de reeds gepresteerde loopbaan tot de planwijziging en anderzijds het salaris op het ogenblik van de planwijziging. Concreet betekende dit dat de verworven rechten éénmalig berekend werden op het ogenblik van de planwijziging om nadien ongewijzigd te blijven.
Volgens de WAP echter zullen de verworven rechten jaarlijks blijven evolueren met het stijgende salaris hetgéén, zelf na de planwijziging, bijkomende financiering zal vereisen. Het omvormen van een te-bereiken-doel zal in de toekomst bijgevolg erg moeilijk worden en het afzonderlijk beheer van twee pensioenplannen (het oude te-bereiken- doel en het nieuwe plan) vereisen.
Cafetariaplannen
In de huidige wetgeving bestond er fiscale onduidelijkheid aangaande de aftrekbaarheid van de premies voor cafetariaplannen waar elk personeelslid, binnen de limieten van het toegekende premiebudget, vrij kan kiezen tussen pensioen, overlijden en invaliditeit. De strikte interpretatie van de fiscale teksten vereiste immers dat een pensioenplan op dezelfde wijze voor alle personeelsleden moest toegepast worden.
De WAP stelt nu duidelijk dat cafetariaplannen toegelaten zijn en dat de premies fiscaal aftrekbaar zijn. De enige voorwaarde is dat de verzekeraar op elk ogenblik de opdeling van het budget tussen pensioen, overlijden, invaliditeit en hospitalisatie afzonderlijk kan beheren en kan instaan voor de correcte fiscale behandeling.
Ongeoorloofde pensioenplannen
De huidige wetgeving vermeldde reeds de ongeoorloofde verschillen tussen personeelsleden van dezelfde categorie en tussen mannen en vrouwen.
De WAP maakt deze bepalingen steeds strikter en voegt twee belangrijke, ongeoorloofde verschillen toe:
- leeftijdsdiscriminatie bij pensioenplannen met vaste bijdragen: indien de premie afhankelijk gesteld wordt van de leeftijd van het personeelslid, mag het verschil maximaal gelijk zijn aan 4% stijging per jaar (bvb. de premie voor een 25-jarige is 2% dan mag de premie voor een 26-jarige maximaal 2% x 1,04 = 2,08% bedragen, voor een 27-jarige maximaal 2,08% x 1,04 = 2,16% enz.). Deze bepaling werd ingevoerd om te vermijden dat jonge personeelsleden zéér lage premies zouden krijgen en ouderen extreem hoge premies.
- Verworven rechten na één jaar aansluiting : elke plandefiniëring die kan leiden tot géén verworven rechten na één jaar aansluiting is ongeoorloofd. Deze bepaling heeft verregaande gevolgen en verhindert “creatieve” definities die de verplichte aansluiting per personeelscategorie trachten te omzeilen (bvb. iedereen wordt aangesloten en de premie is gelijk aan 5% van het salaris boven 75.000,00 waardoor in praktijk enkel voor de hoge salarissen premies gestort worden).
Daarnaast bepaalt de WAP uitdrukkelijk dat in een cafetariaplan géén minimaal overlijdenskapitaal mag opgelegd worden. Immers vrouwen leven langer dan mannen, wat betekent dat de overlijdenspremies voor vrouwen lager zijn dan voor mannen, wat op zijn beurt betekent dat in een cafetariaplan voor vrouwen méér van het budget naar de pensioenopbouw kan gaan dan voor mannen hetgeen leidt tot ongeoorloofde discriminatie tussen mannen en vrouwen.
Individuele verderzetting
Een nieuw personeelslid dat vanaf 2004 in dienst treedt, kan een werkgever verplichten een groepsverzekering voor hem op te starten indien :
- Hij/zij reeds 42 maanden aangesloten was aan een pensioenplan bij de vorige werkgever.
- Er géén pensioenplan bestaat voor zijn personeelscategorie.
- De jaarlijkse premie, die ingehouden wordt op zijn/haar salaris, maximaal 1.830,00 Euro (voor 2004) bedraagt.
Deze mogelijkheid betekent géén onmiddellijke méérkost voor de werkgever aangezien het een persoonlijke bijdrage betreft. Niettemin zou dit op termijn kunnen leiden tot bijkomende administratie indien verschillende plannen bij verschillende verzekeraars dienen opgevolgd te worden.
Informatieverplichtingen
Zoals bij elke wetswijziging terzake worden de informatieverplichtingen verruimd met de bedoeling de transparantie te vergroten.
Naast de reeds bestaande verplichtingen voorziet de WAP bijkomend :
- Vermelding op de jaarlijkse informatiefiche van :
- De verworven reserve inclusief eventuele rendementsgarantie
- De verworven reserve van het voorgaande jaar
- Het verworven pensioenkapitaal
- Alle variabele elementen voor de berekeningen
- Vanaf 45 jaar : de pensioenrente die overeenstemt met het pensioenkapitaal
- Op verzoek van elke verzekerde ontvangt hij/zij :
- Het pensioenreglement
- Een historisch overzicht van de verworven reserves en pensioenkapitalen sedert 1996
- Het beheersverslag van de pensioeninstelling
- Jaarlijks verslag op te maken door de pensioeninstelling met vermelding van :
- Financieringswijze
- Beleggingswijze
- Behaalde rendementen
- Toegepaste kostenstructuur
Deze bijkomende verplichtingen zullen in eerste instantie de taken van de verzekeraars doen toenemen. De uitgebreide en gedetailleerde informatieverplichtingen kunnen echter leiden tot bijkomende vragen van uw personeelsleden waarop u zich dient voor te bereiden.
Inspraak van werknemers
In het kader van de toenemende inspraak van de werknemers voorziet de WAP als mogelijke sanctie de nietigverklaring gedurende een termijn van één jaar indien de volgende procedures niet gerespecteerd worden :
- Invoering, wijziging of opheffing van het pensioenplan via CAO indien :
- Het pensioenplan geldt voor alle werknemers
- Het pensioenplan voorziet in persoonlijke bijdragen
- Invoering, wijziging of opheffing van het pensioenplan in de andere gevallen ná voorafgaandelijk advies (afhankelijk van de bedrijfsomvang met ondernemingsraad, comité voor preventie en beveiliging, vakbond of individueel) over :
- Wijze van financiering
- Inhoud van de jaarlijkse informatiefiche
- Keuze van pensioeninstelling
- Toepassing, interpretatie en wijziging van het reglement.
Slotbeschouwing
Het moge duidelijk zijn dat de WAP een belangrijke impact heeft op de extra-legale pensioenen, warvan de mogelijkheden gewijzigd maar ook uitgebreid werden. Mede dankzij de fiscale voordelen blijft het alleszins een onmisbaar component van hedendaags verloningsbeleid.
Bob Daenen
december 2003